Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij richtten voor [44]hem aan [45]in het bijzonder, en voor [46]hen in het bijzonder; en voor de Egyptenaren, die met hem aten, in het bijzonder; want de Egyptenaars mogen geen brood eten met de Hebreen, dewijl [47]zulks den Egyptenaren een gruwel is. 44. Jozef. 45. Tot een teken van zijn waardigheid en den eerbied, dien men hem schuldig was. 46. De broeders van Jozef. 47. Ten aanzien van hun afgodische religie, omdat zij goddelijke eer bewezen aan kalven, ossen, enz., die de Hebreen slachtten en aten; verg. onder, hfdst.46 vs.34; Ex.8:26.